Uit artikel 'Onkerkelijk, ongelovig en toch godsdienstig?' in 'Dabar-bericht' 3.2001
In wording
Mensen lopen niet weg van religie. Mensen lopen weg van
'geloven' die elkaar bestrijden, die elkaars gelovigen willen
bekeren, die beweren de waarheid te bezitten. Christenen van
nú keren zich af van hun kerk, omdat ze er niet kunnen
vinden wat hen ten diepste beweegt. Mensen van nú weten
dat alles in wording is, ook de waarheid, ook de kerk en zij
schamen zich ervoor dat hun kerk zo koppig verkondigt dat zij
de waarheid bezit, geldend voor heel de mensheid.
Verbondenheid
Veel christenen van nu vallen terug op religie, op eerbied voor
het geheime, op verbondenheid met al wat is. Zij vertolken die
gevoelens en merken tot hun verbazing hoeveel ze gemeen hebben
met mensen uit andere religies, met andere 'geloven'. In
religie blijkt veel verbondenheid te zijn. Het is als met
talen. Er zijn veel verschillende talen; vele ervan hebben een
gemeenschappelijk alfabet. Maar geen taal noemt zich de beste;
geen taal eist het alleenrecht op.
Getuigen
Religieuze mensen stellen zich kwetsbaar op als zij hun
ervaringen met het geheim proberen te verwoorden. Zij dwingen
niet, bescheiden wijzen zij richting. Zij overtuigen niet,
maar getuigen. En zij zijn innig dankbaar als zij mensen mogen
ontmoeten met wie zij zich verwant kunnen voelen.
- -