Jiska (18) in interview 'Trouw' 30 januari
1999
- Maar ik vind het zinloos om over God te praten als iemand
die boven naar ons zit te kijken en ons hoort zingen.
Bovendien denk ik dat het idee dat er iemand is die naar je
omkijkt, die je kunt vertrouwen, in elk geval niets te maken
heeft met wat er in de kerk gebeurt.
- Ondanks alles sta je er in het leven alleen voor, dat is
mijn overtuiging. Alleen mensen kunnen je helpen. Mijn moeder
is teleurgesteld in mensen en put kracht uit haar geloof. Zelf
haal ik het uit andere dingen, bijvoorbeeld vriendschap. Toen
ik onlangs ziek was, kreeg ik dit kaartje van mijn halfzusje:
'Hoi Jis, ik ben blij dat je weer beter wordt.' Zoiets doet
mij wat; iemand die van mij houdt om wie ik ben. Zo wil ik er
zelf altijd voor mijn vrienden zijn. Als ze op
íémand terug kunnen vallen, is het op mij. Ik
zou kunnen zakken voor mijn eindexamen, omdat vrienden mij
nodig hadden toen ik mijn tentamens moest voorbereiden.
- Als er al een God zou bestaan, zou hij iets moeten doen aan
de onrechtvaardigheid op aarde, maar daar heb ik nog nooit
iets van gemerkt.
- Ik denk veel na over de zin van het leven, bijvoorbeeld
's morgens als ik mijn krantenwijk loop en als ik niets
aan mijn hoofd heb. Voor mij heeft het leven zin als ik
problemen kan aanpakken, als ik mensen direct kan helpen.