- hoogleraar rechstheorie, jurist en columnist (1951)
Uit: 'Alleen de liefde tussen ouders en kinderen, daar geloof ik oprecht in; wat het feminisme ook beweert over het moederschap, kennelijk wordt er nog steeds erg van genoten', interview NRC 15-2-1992, door Frits Abrahams
Berouw na de zonde
De solidariteit van mannen met vrouwen is nog steeds minimaal. Dat heeft het feminisme niet kunnen veranderen. Individueel wordt er wel eens solidair gedrag vertoond, maar collectief is het afwezig gebleven. Daardoor bestaat er bij mannen ook geen solidariteit ten opzichte van de eigen kinderen. Later, als ze grootvader zijn, klagen ze: oh, wat heb ik toch weinig tijd aan mijn kinderen besteed. Dan moeten ze het via hun kleinkinderen inhalen. Berouw komt na de zonde.
Dweilen met de kraan open
Sociale rechtshulp bieden, dat is dweilen met de kraan open. Wanhoop overvalt je soms, je vechtlust taant. Dat hou je niet langer dan vijf jaar vol. We waren aanvankelijk een bevlogen club en we dachten, als alle bevlogen mensen, dat we de lasten van de wereld op ons konden nemen. Uiteindelijk ga je daaraan onderdoor. Want er komt steeds meer sociaal lijden op je af.
Machtsconflict met je kinderen
Je komt in een soort machtsconflict met je kinderen terecht. Een machtsconflict over de tijd. Daar hebben veel vrouwen mee te maken. Kinderen leggen volkomen terecht een claim op je. Als zij aandacht vragen, moet daarop gereageerd worden - zeker de eerste jaren. Doe je dat niet, dan bestaat het gevaar dat ze zonder zelfvertrouwen opgroeien. Daar zie je het verraderlijke van de ontplooiingsideologie: omdat ouders zich zo nodig moeten ontplooien, wordt het kind verwaarloosd. Als het zó ver gaat, ben je diep gezonken.
Verhoging van de kinderbijslag
Ik vrees dat ook wij op een impliciete full-time-arbeidsplicht voor mannen èn vrouwen afkoersen. Door de individualisering van uitkeringsrechten, de verlaging van het minimumloon, de afschaffing van kostwinnersfaciliteiten. Vooral de vrouwen in de onderste klassen en de alleenstaande moeders zullen dan gedwongen zijn de arbeidsmarkt op te gaan om aan een redelijk inkomen te komen. Daarom ben ik een voorstander van de ideeën over het betalen van zorgarbeid - bijvoorbeeld via een fikse verhoging van de kinderbijslag - zodat ouders een behoorlijk aantal uren per dag voor hun kinderen kunnen zorgen.
Wegstoppen van onze kinderen
Ik vind het zo teleurstellend dat we het sekseprobleem - het maatschappelijke probleem tussen man en vrouw - kennelijk niet anders kunnen oplossen dan via het wegstoppen van onze kinderen in crèches. En dat allemaal om het economische systeem zo optimaal mogelijk te laten produceren.
Neerwaarts gaande spiraal
Steeds weer zie je die wanhopig neerwaarts gaande spiraal: kinderen van ongelukkige ouders worden ongelukkige mensen en brengen zelf weer ongelukkige kinderen voort. Het is maar een heel kleine minderheid die zich daar met veel talent en geluk bovenuit kan werken.
Zorgarbeid delen
Als wij vrouwen willen verheffen tot economische onafhankelijkheid, dan zullen heel veel mannen van hun privileges afstand moeten doen door evenredig in de zorgarbeid te delen.
Zware prijs
Kinderen vallen niet uit de lucht, je kunt ze tegenwoordig heel bewust krijgen, of niet krijgen. De mensen moeten af van het idee: we want to have it all. Je ziet nu al veel vrouwen die voor het werk kiezen in plaats van voor een kind. Wie kinderen én ontplooiing op de arbeidsmarkt wil, zal daarvoor een zware prijs moeten betalen.
Vergaand narcisme
Je moet een beleid ontwikkelen waarin de wereld van de vrouwen geen lagere status meer heeft, niet tweederangs is - wat ze door alle eeuwen heen is geweest. Wijs erop dat iemand zich ook op een andere manier kan ontplooien dan door zijn werk. Dat najagen van carrières is immers vaak niet meer dan vergaand narcisme.
Een evident juiste zaak
Ik ben op die lagere school een angstig kind geworden met een gebrek aan zelfvertrouwen. Natuurlijk houd je daar later last van, al wordt het wel minder. Mijn schoolresultaten waren matig, pas in de eerste klas van de MMS adviseerde een lerares me naar het gymnasium te gaan. Daar kwam ik voor het eerst in aanraking met het feminisme. Het bijzondere van het feminisme was voor mij die coming out van een eeuwenlang onderdrukte groepering, de grootste die er ooit geweest is, die met steeds sterkere argumenten een evident juiste zaak bepleitte.
Ego's van mannen
Zodra je als vrouw laat merken dat je niet van de straat bent, zie je bij mannen toch nog vaak een terugslag. Als je wilt scoren bij mannen, dan moet je het passieve vrouwtje uithangen dat vol bewondering tegen hen opkijkt. Als je ego's van mannen oppompt, kun je op hun eeuwige aandacht rekenen. Maar o wee, als je die ego's een dreun geeft.
Afvoerkanaal voor onverwerkte trauma's en verlangens
Maar ik raak er wel steeds meer van overtuigd dat je de seksuele liefde tussen mannen en vrouwen niet moet verabsoluteren als geluksbron. Die liefde is voor mij vaak suspect. Seksuele passie heeft niet zoveel met liefde te maken, het is vaak een afvoerkanaal voor al je onverwerkte trauma's en verlangens via een ander. Als de passie is uitgewoed, staat men weer als vreemden tegenover elkaar - tenzij je geluk hebt. Alleen de liefde tussen ouders en kinderen, daar geloof ik oprecht in.
Uit 'Na mij geen zondvloed', interview in 'De Groene Amsterdammer' 19-12-2018, door Marcel ten Hooven
Doorschuiven
Ik vrees de toekomst, vanwege die enorme milieuschuld die wij, de generaties van nu, naar onze nakomelingen doorschuiven, en door de weigerachtigheid van de politiek en vooral het grote bedrijfsleven om de klimaatcrisis werkelijk serieus aan te pakken.
Vitaliserend perspectief
Hoe hoort het te zijn? Dat je naar je kinderen en je kleinkinderen kijkt en je je verheugt over hun toekomst. Dat is een heel vitaliserend perspectief, dat je ook kan verzoenen met je eigen dood. De dood, die vind ik erg omdat ik de kinderen dan niet meer zie, maar het einde zou me minder zwaar vallen als ik weet dat hun belangen min of meer verzekerd zijn. Maar nu lig ik wakker van de gedachte: hoe zal hun toekomst eruitzien? Kunnen ze nog ergens goed wonen? Hebben ze nog genoeg te eten? Is hun wereld dan eigenlijk nog leefbaar? Ik overdrijf niet: sinds ik grootmoeder ben, ben ik een milieufreak.
Pervers
Trump is het summum, een pervers voorbeeld van een machthebber die vindt dat hij aan de toekomst niets verschuldigd is. Hij ontkent de milieucrisis gewoon en noemt het klimaatprobleem een hoax. Maar het probleem is groter dan hij alleen. In onze cultuur is de schuldervaring, in de betekenis van verschuldigd zijn, in sommige opzichten steeds minder dwingend. Mensen leven alsof ze tegen zichzelf zeggen: de geschiedenis begint bij mijn geboorte en eindigt bij mijn dood.
Sociaal cement
Wederkerigheid is het sociale cement. Waarom? De eerste basis voor vertrouwen wordt gelegd zodra de ander de uitnodiging tot contact aanneemt en blikken en woorden retourneert. Het signaal is: ik ben je niet vijandig gezind, ik zal je niet belagen. Wederkerigheid heft dus het vreemde in de ander op. En naarmate de uitwisseling langer duurt en de kring van mensen die zich met elkaar kunnen identificeren ruimer wordt, zal het onderlinge vertrouwen toenemen en een gemeenschappelijk stelsel ontstaan van betekenissen, verwachtingen, waarden en normen. Dat is de dynamiek van dit oer-mechanisme.
Precaire orde
De antropologische functie van rechtsregels is om in de chaos van het menselijke bestaan oriëntatie en houvast te bieden binnen formele en afgebakende posities. Spiegelbeeldig geredeneerd: politici die de rechtsstaat aan hun laars lappen creëren chaos. De orde van het recht is dus een precaire orde. Voor je het weet staan de barbaren weer aan de poort.
Zorgplicht
We zijn heel zuinig op ons erfgoed. We bouwen monumenten om onze voorvaderen te vereren, we houden de kunstschatten die we aan hen hebben te danken met uiterste zorg in stand. We schrijven biografieën, we maken films over het erfgoed. Maar waarom verwaarlozen we dan onze zorgplicht voor het enige écht onmisbare erfgoed: onze natuurlijke leefomgeving?
Ambivalentie
Wie zou tegenover de barmhartige Samaritaan durven volhouden
dat een mens van nature niet deugt? Wie zou dat durven
volhouden tegenover al die mensen die dag in dag uit ervan
blijk geven dat zij tot toewijding, opoffering en
naastenliefde in staat zijn? Het geheim van deze mensen is dat
zij zich kunnen identificeren met de goede én kwade
natuur van de ander, omdat zij deze ambivalentie ook in
zichzelf aanwezig weten. Goede mensen spreken de ander aan op
zijn goedheid en laten ook zichzelf slechts op hun goedheid
aanspreken.
Pagina 21 juni 2000, bijgewerkt 17-7-2025
Home --- Index citaten