Afscheid, 15-3-2020

Langzaam heeft papa afscheid genomen. Toen hem ooit gevraagd werd wat hij zou verkiezen, een plotselinge dood of een ziekbed, zei hij: 'Dat wilde ik maar aan de Here overlaten. Als het maar een getuigenis mag zijn.' Het werd een ziekbed, niet eens zo lang. Na die korte ziekte kon hij alleen niet meer uit bed, omdat zijn overgebleven energie daartoe tekortschoot. We hebben hem gezien in het inleveren van het één na het ander. Daarmee was hij eigenlijk al begonnen bij het overlijden van mama, het meisje op wie hij verliefd werd en bleef. Daarna leverde hij praktisch zijn hele gezichtsvermogen in en was hij vooral dankbaar voor de 85 jaren die hij had kunnen zien. Toen hij een eerste tia kreeg en niet meer alleen kon blijven wonen, leverde hij zijn eigen huis in en zijn plek op het balkon. En ten slotte moest hij nog eens verhuizen naar de verpleegafdeling omdat hij zijn kortetermijngeheugen had moeten inleveren. Die laatste verhuizing is hij zich gelukkig nauwelijks bewust geworden.

Als ik aan die laatste maanden in bed denk, voel ik tranen komen. Dat heeft meer met mij dan met hem te maken. Ik had voor hem gehoopt op een sneller afscheid, zonder de aftakeling en het steeds meer inleveren zoals we die beide gezien hebben. Maar wie ben ik als ik terugdenk aan zijn eigen woorden 'als het maar een getuigenis mag zijn.' Een getuigenis was zijn inleveren op vele momenten. Ik ben niet de enige die tot tranen toe geroerd ben bij het omzien. Op het laatst geloofde hij dat het nooit lang meer zou kunnen duren totdat de Here zou roepen: 'Arris, kom thuis!' En toen ging hij naar huis. Het stopte hier, gewoon.

Nu merk ik dat ik nooit echt heb doorgevraagd op wat dat 'thuis' in zijn beleving dan precies was, hoe hij zich dat voorstelde. Ik gaf er gewoon mijn eigen invulling aan op basis van zijn geloof. Waarschijnlijk zou hij dan ook gezegd hebben dat hij het maar aan de Here wilde overlaten. In september, toen hij ziek was, heb ik met hem over hoe zijn lichaam hem nog gevangen hield gesproken, wat hij beaamde en begreep.

Ik vond het moeilijk achteraf nog over papa te schrijven. Onze verschillen in golflengte en dan met name wat betreft het geloven, stonden me in de weg. Hij had zijn geloof en dat vond ik mooi. Ik kon er zelfs jaloers op zijn. Dat kan ik nog. Mijn geloofsfrequentie is alleen anders en ik ben altijd bang gebleven dat openheid daarin op onbegrip en weerstand zou stuiten. Ik heb gezwegen. Dat is het belangrijkste dat ik achteraf graag anders zou hebben gewild. Iets van ruimte voor en acceptatie van mijn godsbeleving.

Ik heb de laatste jaren herhaaldelijk over papa geschreven. Ik geloof dat het liefde was die me tot dat schrijven aanzette. In de vorige alinea heb ik het laatst overgeblevene van wat ik te zeggen heb, voldoende verwoord. Ik heb gekozen voor het maken van een fotopagina op internet, waarop beelden uit papa's veelbewogen leven in volgorde van tijd zijn geplaatst. Je vindt die pagina hier.

- - -

Pagina geschreven 15-3-2020.