De Vader is in mij

Ik lees in het Johannes-evangelie, in de Bijbel in Gewone Taal. 'Vertrouw op God', zegt Jezus, 'en vertrouw op mij.' 'Je kunt alleen bij de Vader komen als je in mij gelooft', vervolgt hij. En even verder: 'Als je mij gezien hebt, dan heb je ook de Vader gezien. Want de Vader is in mij en ik hoor bij hem.' Jezus doet in het evangelie vele wonderen. Dat voert hij aan om te bewijzen dat de vader in hem is. 'Als jullie in mij geloven, zullen jullie net zulke wonderen doen als ik. Ja, zelfs nog grotere wonderen.'

Die woorden, 'de Vader is in mij', troffen me. In ieder mensenkind leeft een vader. Want kreeg ieder niet al in de moederschoot de helft van de genen van de vader mee? Wat betreft Jezus' geboorte wordt wel gezegd dat er geen menselijke vader aan te pas kwam, dat God zelf de vader was. Toch leeft die goddelijke vader ook in andere mensen als een ingeschapen godsbesef. Ik blijf maar bij mezelf: Ik kan niet geloven dat alles hier en in mijn leven door een toeval gebeurde of tot stand kwam. Ook al weet ik totaal niet hoe, ik besef dat een hogere macht of intelligentie aan de basis van Al wat is en zo ook van ons en mijn leven hier moet staan. En dan doen die woorden 'macht' en 'intelligentie' bij lange na geen recht aan de grootheid die ik in dit ingeschapen godsbesef ervaar. Op één of andere manier voelt het alsof niet alleen mijn aardse vader in mij is, maar ook die Vader met een hoofdletter. Maar ik twijfel ook, juist als ik lees over die 'nog grotere wonderen'. Want werkelijke wonderen op slechts een woord of een gebaar zijn de wereld uit en ik twijfel er zelfs aan of ze er ooit geweest zijn.


Index chronol. en op trefw.

Pagina geschreven 7-4-2023.