Dood

De laatste weken sloop de dood dichterbij, steeds dichterbij mijn protegee, voor wie ik meer dan vier decennia lang de financiële en immateriële belangen heb mogen behartigen. De laatste weken twijfelde ik of ze het nog besefte als ik bij haar was. Zij die altijd zo precies wist wat ze wilde en wat niet en die haar ongenoegen niet onder stoelen of banken stak, had niets meer in te brengen. Ik zag hoe ze met liefde werd verzorgd, hoe men alles deed om het haar zo geriefelijk als mogelijk te maken. Maar haar leven was niet meer geriefelijk, want het was op.

Op een avond zei ik tegen mijn vrouw: 'Een dier zou je uit zijn lijden verlossen, maar ...' Als mensen tillen we menselijk leven nu eenmaal boven ander leven uit; zo is onze cultuur. Misschien spelen christelijke denkbeelden een doorslaggevende rol. Wat weten we immers van leven en van sterven? Blijft het alles niet mysterie voor ons? Was het God die ons het leven gaf en moeten we dus op God wachten tot het teruggenomen wordt? We grijpen volop in om dagen aan ons leven toe te voegen, maar zijn te beschroomd om zelf de deur te durven sluiten.

Ik vond een citaat van Toon Tellegen, dat ik voor mijn protegee een beetje bewerkte:

Het werd morgen.
Zijn wij uitgevochten, vroeg een vrouw.
Wij zijn uitgevochten, zei een engel

en hij tilde de vrouw op, hield haar tegen het licht
en zei: je bent doorzichtig, nu.

Laat me maar los, zei de vrouw
en de engel knikte en liet haar los.
De vrouw woei weg ...


Index chronol. en op trefw.

Pagina geschreven 15-3-2023.