Ik was al jong een geloofszoeker. Tegelijk leerde ik dat zoeken en vinden zich in mijn leven zomaar omgekeerd evenredig tot elkaar verhouden. Als puber vond ik hoe de kinderdoop niet bijbels is en schreef ik daarover in het kerkelijke jongerenblad. Ja, ik nam de bijbel toen letterlijk. Mijn ideeën leverden me verplichte corrigerende gesprekken met de dominee op. Later vond ik dat gebedsgenezing bijbels is en vroeg ik me af waarom de kerk die dan niet praktiseerde. Ik zie me nog gaan, op mijn Solex, naar een Johan Maasbachdienst. En ik zie me, weer later, in een campagne van de Belgische Evangelische Zending, de deuren langs gaan in Vlaanderen. Ik voel pijn in mijn hart als ik terugdenk aan hoe mijn moeder me voorhield dat ze niet bij ons huwelijk zou kunnen zijn als ik zou doorzetten dat in de trouwdienst de predikant, die ik in die campagne leerde kennen en die we ook al gevraagd hadden, zou voorgaan. De geloofstraditie waarin ik opgroeide, stond dat allemaal niet toe en had geen ruimte voor mij. Want de mensen zouden kunnen denken ... Nu weet ik dat dat toen goed was voor me, omdat al die frustratie me juist aanzette tot doorgaan in mijn zoektocht. Omdat ik besef dat juist deze moeder me prikkelde om mijn geloofstraditie kritisch te beschouwen.
Inderdaad: van jongs af aan ben ik 'uit de kast' gekomen, ben ik daarin gekwetst en toch een zoeker gebleven. Maar ik heb op den duur ook geleerd mijn geloofsbeelden niet op te dringen en elk ander in zijn of haar geloof te respecteren. Ik kom eigenlijk nog altijd niet uit de kast waar dat zou kunnen kwetsen. Want ik kan best een stukje mee op de geloofsweg van de ander, die wat mij betreft in principe oké is. Ik zie soms hoe mensen zich vanwege traditie aan een geloofsweg conformeren zonder die te ervaren. Ze hebben waarschijnlijk niet het gen van opstandigheid, zoals dat er bij mij wel zat. Misschien hebben ze wel hun eigen persoonlijke weg, maar zullen ze nooit uit de kast komen. Ik pleit voor aandacht voor dit religieuze taboe.
Een verborgen eigen geloofsweg, naast die van de geloofstraditie waarin je opgroeide, kan voelen als een je verstoppen in de kast, uit zelfbescherming. Het kan, als je een andere weg kiest, onmogelijk lijken daarin door je naaste familie geaccepteerd, laat staan gekend te worden. Ik heb die angsten en die afwijzing ervaren. Waar het al moeilijk blijkt tradities in het algemeen los te laten, kan in families het loslaten van de geloofstraditie zelfs tot uitstoting leiden. Hoevelen zijn er niet die zich, uit bescherming tegen miskenning, verstoppen wat hun persoonlijke geloofsbeelden en misschien ook geloofservaringen betreft? Eerlijk worden, openheid, voelt dan zomaar als uit de kast komen. En dat uit de kast komen moeilijk is en met angsten en vermijding gepaard kan gaan, weten we gelukkig inmiddels beter door de openheid die medemensen die een eigen seksuele weg gingen uiteindelijk aandurfden.