In de christelijke gereformeerde kerk vond een discussie plaats over of vrouwen toegang zouden kunnen krijgen tot het ambt. De mannen-broeders in het ambt vonden echter niet de vrijmoedigheid om de vrouw die toegang te verlenen. Maar in sommige van de christelijke gereformeerde kerken worden toch vrouwen in het ambt bevestigd. De discussie heeft dus alles in zich om tot conflict te worden, zo dat er niet al is.
Ik ben opgegroeid in de christelijke gereformeerde kerk en als jongere was ik recht in de leer en meende ik dat de bijbel Het Woord van God was. Wellicht had ik in die tijd ook niet de vrijmoedigheid gevonden om tegen de visie van Paulus op de vrouw in ambt in te gaan. Later ging ik de neurotische mechanismen in Paulus' denkwijze en leer als zodanig herkennen, maar toen was ik al bezig afstand te nemen van het idee dat de bijbel het ultieme Woord van God is. In mijn visie hebben we geen Woord van God, zo simpel is het. Ons godsbeeld is een menselijke projectie, voortkomend uit ons onvermogen de schepping te verklaren zonder een hogere intelligentie waarmee alles ooit zou zijn begonnen. De projectie God kent vele verschijningsvormen, waarvan degene die zich baseert op op de bijbel als Woord van God er slechts één is. Het is wezenlijk anders wanneer je uitgaat van Woord van God dan wanneer je weet dat we dat Woord nu eenmaal niet hebben.
Ik volgde de Facebookpagina van Arie van der Veer, ook christelijk gereformeerd en ooit voorzitter van de EO en thans nog in het ambt van predikant in Zwolle. Arie spande zich in om de vrouw in het ambt erdoor te krijgen en hij wist op zijn eigen manier de toegevoegde waarde hiervan mooi te beschrijven. Hij was ook voorzichtig in zijn schrijven en probeerde behoedzaam om de tegenstanders niet te kwetsen. Kennelijk gebeurde dat toch en hij kreeg diverse liefdeloze en zelfs hatelijke reacties. Een drammer werd hij genoemd. Het viel me op omdat ik in mijn persoonlijke geloofsgeschiedenis min of meer hetzelfde heb meegemaakt. In de negentiger jaren was ik actief in de toentertijd in de wijk waarin ik woon functionerende oecumenische geloofsgemeenschap. Ik schreef onder andere in het kerkblad en ik schreef ook over mijn twijfels en mijn gevoelens dat het tussen God en mensen wel eens heel anders zou kunnen zitten dan in de kerk geleerd wordt. In een deel van die gemeenschap was daar voldoende ruimte voor, bij sommigen ontbrak die echter geheel. De reacties die ik uit die hoek kreeg, waren kritisch en meewarig en mij werd voldoende duidelijk gemaakt dat ik niet serieus kon worden genomen. Een drammer werd ik genoemd. Hetzelfde zie ik nu, 25 jaar later, gebeuren bij Arie van der Veer. En zoals ik me kronkelde om te proberen andersgelovigen niet te kwetsen, zo zie ik Arie van der Veer dat nu doen. Alhoewel: dit stuk publiceer ik zelf ook niet op mijn Facebookpagina om andersgelovige familieleden niet te kwetsen of tegen me in te nemen. Nog altijd dus!
Voor de duidelijkheid: Ik voel me niet ongelovig. Ik kan me niet voorstellen dat alles hier toevallig is, zonder hogere intelligentie die ik dan maar God zal noemen. De bijbel zie ik als een selectie uit de boeken die door eeuwen heen geschreven zijn door mensen die hun godsbeeld probeerden door te geven, allemaal uitgaande van de geest en de kennis van hun eigen tijd. De geloofsdrie-eenheid vader, zoon en heilige geest zie ik als een construct van mensen vanuit hun visie op het goddelijke. Ik weet niet meer hoe het zit met God en hoe tussen God en mensen. Ik heb geen zekerheid, wel vermoedens. Ik heb de waarheid niet meer in pacht, maar kreeg er vrijheid voor terug.
- - -