Het is de dag van het huwelijk van Willem-Alexander en Máxima, 2-2-2002. Een sprookjeshuwelijk is het genoemd, maar wat ik zie zijn mensen van vlees en bloed. Zie daar prins Bernhard, overmand door emotie als zijn kleinzoon en diens geliefde hun akte tekenen. Hij heeft een lang leven met plussen en minnen achter de rug, die Bernhard, maar plotseling zie ik hem zoals-ie is. En waar hij zich niet meer onder controle heeft, komt hij ineens gewoon heel dichtbij. Ik zie een hand. Zijn het mijn emoties? Die hand lijkt haast transparant van kwetsbaarheid. Prins Claus steekt zijn arm naar buiten op de rit van de beurs van Berlage naar de Nieuwe Kerk. Hij kan er bij zijn vandaag, hij zwaait, hoe moeilijk bewegen hem ook valt. Ik kijk naar Máxima als dominee Ter Linden aangeeft dat zij, ook al zijn haar ouders er niet bij, door hen geworden is die ze is. Wat leeft er allemaal in deze jonge vrouw? Ter Linden bidt: 'God, Eerste in ons bestaan aan wie we vaak pas als laatste toekomen ... Wees gij in hun leven de Eerste ... en ook de Laatste.' Tijdens de preek zie ik de ineengestrengelde vingers van de pasgetrouwden. En dan, na de plechtigheid, is er muziek. Máxima kan haar tranen niet meer de baas en o, hoe menselijk is ze nu! Tranen zuiveren de ziel, nietwaar? Stilletjes neem ik alles op en ik merk dat een paar woorden zich in mij herhalen: 'Niet om je te laten bedienen, maar om te dienen ...' Als deze woorden waarheid mogen worden, is het echte sprookje vlakbij.
Gert Hardeman
-