Het is goed gegaan en hun kindje komt er weer helemaal
bovenop. Velen moeten op die dag op ze gemopperd
hebben, op dit paar met hun driejarig kind. Als gekken hebben
ze in hun eigen auto de dertien kilometer naar het ziekenhuis
afgelegd. De vader heeft voor eenmaal gehandeld als een
ambulancechauffeur op weg naar een spoedklus, maar dan zonder
licht- en geluidssignalen.
Ze zijn agrariërs. Samen met een arbeider is de vader
bezig geweest met een grote machine. Het jongetje speelde in
de buurt. Toen is er iets misgegaan. Plotseling kreeg het kind
een gewicht van zo'n duizend kilo over zich heen. De vader
schreeuwde; de knecht snelde toe. Maar samen lukte het hen
niet het kind te bevrijden. De naast de boerderij wonende
grootvader van het kind werd gealarmeerd en een andere man,
die net in de buurt was. Gezamenlijk kregen de vier mannen
beweging in het stuk en kon de moeder haar kind eronder
wegtrekken.
Eerst was het bewusteloos en het ademde slecht, maar in de
auto ging dat snel ietsje beter. In hun paniek meenden de
ouders voor de snelste weg te kiezen door zelf te gaan rijden.
Was hun keuze juist? Achteraf meldt de vader dat hij zich door
niets of niemand zou hebben laten tegenhouden onderweg en dat
hij alle stoplichten met rood licht heeft genegeerd. Als
gekken hebben ze gereden.
De grootvader is thuisgebleven. Hij is op z'n knieën
gegaan om te bidden. Achteraf vertelt hij met natte ogen dat
dat was wat híj kon doen. Hij is het ook die
achteraf spreekt van het wonder van de redding van zijn kleinkind.
In het ziekenhuis heeft het kind meteen zuurstof gekregen. Het
is geopereerd. Beschadigde wervel in de rug, gebroken ribben,
kapotte long. Nog een paar dagen aan de zuurstof op
intensive care en daarna heeft het kind zich voorspoedig
hersteld. Het speelt alweer op de boerderij.
Velen speelden in deze benauwde minuten hun rol. Grootvader
heeft, al wil hij daar niet van horen, wel degelijk aan de
redding van zijn kleinkind bijgedragen. Zeker toen hij tilde
wat hij tillen kon, uit alle macht. Maar verder? Heeft zijn
gebed een rol gespeeld? Is er daardoor onderweg geen ongeluk
meer bijgekomen? Hebben andere weggebruikers daardoor ruimte
geboden? Is het kind daardoor bijgekomen? Heeft het onder de
aanmoedigingen van de moeder daardoor net voldoende zuurstof
kunnen ademen om te kunnen overleven? Hebben daardoor de
artsen en verpleegkundigen snel en adequaat juiste
beslissingen kunnen nemen?
Zo'n ongeluk, dat is eigenlijk een stuk kwaad, in mensenogen.
Vanuit angsten zien sommigen er een straf of waarschuwing van
God in. Dan zou het kwaad dus van God komen.
Vele anderen menen dat dat niet zo kan zijn en dat geen enkel
kwaad van God kan komen. Er wordt gezegd dat God bij zo'n
ongeluk evenzeer ontzet is als de omstanders, dat ook Hij
verdriet heeft van de pijn en de eventuele dood van zo'n
kind.
Maar er zijn ook stemmen die zeggen te weten dat Gods
tijd voor ieder mens vastligt en dat niemand sterft voor z'n
tijd. Daarin wordt overigens niet de menselijke plicht van het
omzien naar elkaar en het daadwerkelijk reddend inspringen
gepasseerd.
Zou het kunnen dat God zijn 'redders' soms al op weg stuurt
nog voor het ongeluk gebeurt? Ik heb steeds meer het
gevoel dat het goddelijke (of God) wel degelijk grote en
kleine gebeurtenissen hier op aarde bepaalt. In die
gedachtegang kan een menselijk ongeluk passend zijn voor God
om daardoor zijn wil te doen. Ik voel dat dan zeker niet als
straf. Maar dat wat wij kwaad noemen, niet met God te maken kan
hebben, gaat er bij mij niet meer in. Misschien is het ook
niet aan ons om alles precies te begrijpen, hoe graag ik
dat ook zou willen, maar is het genoeg als wij onze
menselijke verantwoordelijkheden nemen. Dat betekent in het
verhaal van deze grootvader domweg tillen, als een gek rijden,
op straat ruimte bieden, je professionele werk zo goed
mogelijk doen. En ik denk ook: bidden. Die rol, in dit verhaal
door de grootvader gespeeld, spreekt nog het sterkst tot mijn
verbeelding. Hoe moeilijk is het dan te bidden, los
van de eigen doelstelling, dat Gods wil wordt gedaan. Hoe
verleidelijk is het je te verliezen in je eigen wil, in de
redding van je kleinkind.
Gert Hardeman
-