Vertrouwen is een groot goed. Ze woonde op 3-hoog. Ik kwam er elke twee weken. Ze kon geregeld thuis zijn, maar moest ook vaak opgenomen. Haar verleden .., waar ze niet over praten kon. Altijd haalde ze een uur voor ik zou komen een gebakje voor me, alleen voor mij. Dat wilde ze zo. Ze zag dat ik het lekker vond.
Ik had een afspraak met het psychiatrisch ziekenhuis: ze kon zo nodig altijd acuut terecht. Die keer stond de politie en de brandweer voor haar huis, toen ik aan kwam rijden. En nog veel meer mensen. De grote ruit op 3-hoog was gebroken. De huisraad naar beneden gesmeten. Ik zag net de televisie door de lucht vliegen. De brandweer modderde met een ladderwagen. De politie meldde dat de deur totaal gebarricadeerd was. Ik keek omhoog. Zij keek naar beneden. Ze zag me. Toen werd het rustig. 'Ze maakt de deur vrij', meldde de politie vanuit het trappenhuis. Met haar jas onder de arm kwam ze naar buiten. Iedereen week opzij. 'We moeten gaan', zei ik. 'Ja', zei ze. Ze stapte in en ik reed haar naar de afdeling waar ze weer een tijdje zijn moest.
Pas achteraf besefte ik dat politie- en brandweermensen hun ogen uit gekeken moeten hebben.
-