Dit stuk heeft een kritische toonzetting. Toch denk ik dat het goed is, omdat ik zo mijn gevoelen en vermoeden het best duidelijk maak. Wellicht hebben christelijke gelovigen overigens inmiddels van mijn schrijverijen afgehaakt. Daarmee is niets mis, vind ik. Deze bijdrage moet wel in samenhang gezien worden met de stukken die ik de voorbije dagen plaatste.
Jezus is de kern van het christendom. Toen er eenmaal een zondeval was, waarin de naar Gods beeld geschapen mens een eigen weg koos en het paradijs tot een einde kwam, was er ook verzoening nodig. Zo werd Jezus van Nazareth tot God gemaakt. Als tegelijk God en mens zou hij de goddelijke straf voor de menswording van de mens kunnen dragen voor ieder die hem zou volgen. Want gestraft moest er worden: de goddelijke vader was nu eenmaal meer wraakzuchtig dan menig menselijke vader.
Ik zou willen weten wat Jezus zou zeggen over de verering die hem sindsdien ten deel viel. Als ik het goed inschat, zou die persoonsverheerlijking zijn woede wel eens kunnen oproepen. Het zou kunnen dat hij zich de weg, de waarheid en het leven heeft genoemd. Hoe konden die woorden de lading krijgen die ze kregen? Ieder mens voor zich is immers weg, waarheid en leven? Ik lees in Johannes 14: 'Ik ben de weg. Bij mij is de waarheid en bij mij is het leven. Je kunt alleen bij de Vader komen als je in mij gelooft.' Het moet die laatste zin zijn die geleid heeft tot de Jezusverering.
Jezus heet de straf te dragen die de mens verdient omdat hij mens werd, wetend wat goed is en wat kwaad. Alsof het ooit Gods bedoeling kan zijn geweest om menselijke marionetten te maken. Dan waren appel en seksualiteit wel buiten beschouwing gebleven. Als je bij wie dan ook aangeeft dat in een kast alle laden open mogen, behalve één, dan weet je je toch verzekerd van de daaropvolgende aantrekkingskracht van juist die ene lade? Als je zeker wilt weten dat er in die lade gekeken wordt, is dit de juiste strategie.
Het werkelijke probleem ligt natuurlijk vroeger. Het ligt daar waar de bijbel woord van God werd en wel 'Het' woord van God. Het lijkt erop dat het christendom daarmee God de mond gesnoerd heeft. Door alle eeuwen heen kennen we Godsopenbaringen, maar sinds we de bijbel hebben, zouden die gestopt zijn. Dat is opmerkelijk.
Ik vind nog een citaat uit een vroeger stuk dat ik schreef: 'Ik ben ook opgevoed met de Jezusverering. Ik ben gaan zien hoe die gemakkelijk de aandacht afleidt van de eigen roeping en verantwoordelijkheid. Jezus was in zijn tijd een buitenstaander, een zonderling. Elk van ons is geroepen, als Jezus, om zichzelf te worden, wie of hoe dan ook. Ik geloof aan onze goddelijke komaf. En ik zie dat veel mensen kiezen om achter wie ons zijn voorgegaan (Jezus bijvoorbeeld) aan te blijven lopen in plaats van tot eigen keuzes en een eigen weg te komen. Ik betreur dat.'
- -