Ik zit bij m'n computer en luister de oude psalmen, ja in de oude berijming. Wel kies ik voor die psalmen die ritmisch gezongen zijn. Spotify, psalmen uit de Bovenkerk in Kampen en van het Rijssens mannenkoor. De meest bekende psalmen, zo te horen. 'Wie heeft lust den Heer te vrezen ...' Ik neem ze op voor op een cd, zodat mijn vader ze op de daisyspeler kan afspelen. Hij is nagenoeg blind en elke afleiding die we hem kunnen bieden is belangrijk. Zijn geheugen voor de korte termijn laat hem steeds meer in de steek en hij wordt almaar dover. Wat gaat er voor hem overblijven? 'Als ik geroepen word, moet ik gaan', zei hij me al een paar geleden eens toen ik na mijn tweewekelijkse dag bij hem weer naar huis vertrok.
Als ik dit hoor, zit ik weer in de kerk waarin ik geestelijk opgroeide. Ik vind het mooi, deze bekende psalmen waarvan ik de teksten en zeker de melodieën nog altijd ken. Heel vertrouwd is het. Heel nabij ook. Alsof het nooit geweest is, die droom waarin ik in die kerk was toen de vloer begon te golven en de muren scheurden voordat het gebouw boven me ineenstortte. Ik was in die droom verbaasd omdat ik niet bang was. Decennia zijn voorbijgegaan sindsdien. En nu kijk ik anders naar het goddelijke en ook naar de kerk. Ik zou er zo weer binnen kunnen stappen en ik zou nog kunnen genieten ook van de aloude boodschap. Daar is niets mis mee. Alleen: wat ik vroeger wel tot eenheid met mezelf bracht, vindt die eenheid nu niet meer.
- -