Sina (18)

Langzaam sterft ze weg. Ik ken haar vanaf eind zeventiger jaren, 66 is ze nu. Ze kreeg kanker, inoperabel. Ze teert weg, langzaam maar zeker. Nog maar een paar jaar geleden waren mijn vrouw en ik met haar op audiëntie bij de paus. Het was haar eerste buitenlandervaring en haar eerste vliegreis.

Ze was een eigenzinnig mens, vaak viel er geen land met haar te bezeilen. In onze gezamenlijke begintijd heeft ze me eens achternagezeten met een hooivork. Ze bezorgde me grijze haren. Ik hield van haar. Liefde hoeft niets met seks te maken te hebben, kan er volledig los van staan. Liefde is iets hebben met elkaar, de ander graag gelukkig zien en daar een steentje aan willen bijdragen, zoiets. Dat hoeft niet op gelijk niveau, niveau heeft er evenmin iets mee te maken.

Nu ontglipt ze me. Ik had eergisteren het gevoel dat het de laatste keer was geweest, dat ze aan haar eind was. Maar ze is een taaie! Toch, ergens was ze al weg. Ik sprak met haar over de pastoor, die de ziekenzalving zou willen doen. Hij liet me een aantal weken geleden weten dat ze die had geweigerd. Of ik de pastoor zou vragen nog eens langs te komen, vroeg ik. 'Doe maar niet', zei ze, 'ik heb er geen zin in.' Ik sprak met haar over haar begrafenis, vroeg of ze wensen had. Die had ze niet. Ze noemde alleen de naam van de begraafplaats waar ook haar ouders liggen en waar ik af en toe met haar kwam. Daar wil ze liggen, maar dat wist ik allang.

Ik hield van haar, ondanks haar onrustige geest. Beelden spookten jarenlang bij haar rond en ook met haar medicatie, die ze ten slotte accepteerde, werd ze er nooit vrij van. Ze zag mij als 'van de maatschappij', om haar in de gaten te houden en voor haar te zorgen. Zo is ons contact inderdaad begonnen, ik als functionaris, zij als cliënte. Maar zoiets verandert soms. Tussen ons veranderde het.

Ze was als de dood voor de dood. Enkele jaren geleden, toen de tante naar wie ze vernoemd is stervende was, kon ik haar voor het eerst met de dood in contact brengen. Eerder was het me bij het overlijden van haar moeder en de begrafenis daarna niet gelukt. Ze ontkende gewoon, wilde er niet aan en ik ging voor haar, terwijl ik met haar had willen gaan. Daarom, toen tante stierf, vond ik dat ze eraan moest geloven, al was het alleen maar omdat ze zelf ooit ook zou moeten sterven. Na het ziekenbezoek, lopend door de gang van het ziekenhuis, zag ik haar huilen, de enige keer dat ik dat heb gezien. Op de begrafenis was ze erbij, samen met mij. En na de koffietafel wilde ze terug naar het graf, waar we, het was inmiddels gaan stortregenen, een tijdje gearmd roerloos hebben gestaan, tot het genoeg was, tot het goed was. Nu heeft ze geen angst. Of ze vertrouwen heeft, kan ik niet peilen, ik heb het gevoel van wel. Het is goed nu, alles is goed. Bijna is haar cirkel rond en keert ze terug naar vanwaar ze kwam. Dat is altijd goed!

Ik bid dat haar dagen nu bekort mogen worden.

- -

Pagina gemaakt in vroeger jaren.