Als ik uit de Lidl kom, staat een jong stel wat in de weg voor mijn fiets. Bij hun fietsen verdelen ze hun boodschappen over hun tassen. De man maakt een opmerking, waarop de vrouw naar mij opkijkt en ruimte maakt. 'Welke taal hoor ik?' vraag ik. 'Uit Syrië', antwoordt de man. Hij kijkt me stralend aan. 'Ik ben hier nu twee jaar, mijn vrouw twee weken. We wonen in W., dat is zeven kilometer fietsen.' Ik heb het gevoel dat hij zijn kennis van het Nederlands demonstreert en vraag of het hen hier bevalt. 'Goed', zegt de man en allebei kijken ze blij naar me op. 'Ik hoop dat het droogt blijft', zeg ik. 'Er komt regen', zegt hij. Ik laat ze verder, dit mooie stel. Thuisgekomen zie ik dat het voor hen is gaan regenen.
- -