Op vakantie
Foto 1955
In de vijftiger jaren was op vakantie gaan nog niet gebruikelijk. Als ik me niet vergis, herinner ik me de eerste keer dat mijn vader een week vakantie kreeg van de fabriek. Mijn moeder benadrukte dat dat heel bijzonder was, een week niet werken en toch gewoon verdienen. Wij gingen niet vanzelfsprekend weg op vakantie. Een dagje uit was het, met de fiets en eventueel nog een dagje. Een boottochtje naar Arnhem. Toen ik een jaar of tien was, zijn we een weekje in een vakantiehuisje in Garderen geweest, op de 'Talmahoeve', een centrum van de CNV. Het waren eenvoudige huisjes, in het bos. We gingen er met mijn vader op de fiets heen en mijn moeder ging met de jongsten met de bus. Ze moest overstappen in Barneveld. Mijn vader wilde haar daar nog zien en dat lukte ook. Als oudsten werden we na dat treffen bij een ijscokar door mijn vader getrakteerd op een ijsje van een kwartje, dat was met slagroom. Het staat me nog scherp voor de geest. Dat was een hele gulle bui!
Het weer viel wat tegen die week. 's Morgens rond 7 uur werd aan de receptie het nieuwste uitgeschreven weerbericht opgehangen, opgenomen van het toenmalige weerbericht op dicteersnelheid dat om tien over half zeven elke dag werd uitgezonden. In het huisje waren een gasfles en een gaskacheltje. Die gasfles raakte leeg. Mijn moeder wilde zuinig zijn met gas, want ze wilde niet een tweede keer in één week een nieuwe fles nodig hebben. Toch is het ook mooi weer geweest. Diepe indruk op mij maakte het zien van militaire jeeps die zich door een zandkuil worstelden. Was het die vakantie dat de sleutel van ons huis bij thuiskomst zoek was? Mijn vader loste het zelf op: pinnen van de scharnieren eruit tikken en uitlichten maar, die deur. De planten hadden een week in de schuur gestaan, een teiltje water in het midden en draadjes wol(?) die geregeld een druppel water via die draadjes bij elke plant loosden. Of dit ingenieuze systeem goed gewerkt heeft, herinner ik me helaas niet meer. Zelf vragen we doorgaans buren om de planten te verzorgen.
Ik heb verschillende keren een weekje bij mijn oom GertJan op de boerderij in Garderen gelogeerd, ook wel met een broertje samen. Ik leerde daar mijn eerste woordjes Engels door handen- en voetenwerk met een Engelse jongen die in de naburige villa logeerde. Met één of twee broertjes heb ik ook een week bij tante Wil in Renkum gelogeerd. We zijn er samen heen gefietst. In Wageningen, waar ik bij de Schimmelpenninckfabriek af en toe sigarenbandjes ging vragen, had ik ooit een bordje met 'Renkum' erop gezien. Vandaar dat ik idee had van welke kant op te moeten. Na aankomst heb ik op het postkantoor naar de buurvrouw, die telefoon had, getelefoneerd en doorgegeven dat we over waren. Dat kostte 20 cent. Telefoon intrigeerde me.
Toen ik 14 was, zijn we met het hele gezin een dagje naar Ouwehands dierenpark geweest. Mijn jongste zus was toen nog geen jaar.
Ik herinner me een logeerpartij met mijn vader samen. We fietsten naar Alphen aan de Rijn en logeerden bij oom Thomas en tante Margje. Ik deelde die nacht, misschien wel twee nachten, het bed met mijn vader. Oom Thomas schemerde totdat het helemaal donker was. De logeerkamer was een soort aanbouw met een golfplatendak. Ik zie de kleur groen. Ik vond het erg spannend, met mijn vader op stap. De nacht ervoor sliep ik nauwelijks. En ik herinner me dat we, toen er onderweg bij Woerden in de buurt een bui dreigde, geschuild hebben in een schuur bij een kruidenierswinkeltje. Ik kreeg daar mijn eerste eigen flesje 7Up. Ik las het etiket als 'Jup'.
- -