Alfab. index --- Home
Suikerfeest en tweede pinksterdag
De islam is één van de grotere godsdiensten in
Nederland. Op zich niet vreemd dus dat er stemmen opgaan om
één van de christelijke algemene feestdagen in te
leveren voor bijvoorbeeld het Suikerfeest. Het CNV gooide het
balletje op en ving het zelf ook alweer uit de lucht.
Een teken van goede wil naar de moslims in ons land, zo wordt
het ruilen van een eigen feestdag voor het Suikerfeest wel
ervaren. Veel Nederlanders doen immers graag een gebaar naar
anderen? We zijn als volk wellicht meer dan welk ander volk dan
ook zelfs geneigd de eigen taal, zodra daartoe gelegenheid is, in te
leveren om mee te kunnen doen in het grotere geheel. We staan
buitenlanders als het even kan te woord in hun eigen taal,
zowel als we bij hen te gast zijn als wanneer zij onze gast
zijn.
'Stel nu dat de Nederlandse minderheid in bijvoorbeeld Turkije
zou proberen in te grijpen in de Turkse cultuur door een
islamitische feestdag af te willen schaffen om een feestdag uit
de Nederlandse cultuur in te kunnen voeren', zo hoorde ik dezer
dagen iemand vragen, 'zouden we dat als Nederlanders niet
beschouwen als verregaande arrogantie?' Het was duidelijk dat
die persoon, net zoals kennelijk de meeste Nederlanders, geen
behoefte had aan een gebaar naar de moslims in ons land.
En toch ... We kozen voor een multiculturele
samenleving. Of kozen we daar eigenlijk niet voor? Als we
daarvoor kozen, is het verbinden van consequenties aan die
keuze dan geen logisch vervolg?
Pubers: ikke niet!
Twee jongens voorop, een jongen en een meisje achter: ze zijn
een jaar of vijftien en kennelijk op weg van school naar huis.
Achter hen aan klim ik op mijn fiets het viaduct over de
autoweg omhoog. De zon verblindt; het is een mooie
oktobermaand. Dan zie ik een plastic bakje door de lucht
vliegen en in de berm landen. Een stuk onverteerbaar
verpakkingsmateriaal volgt. Ik zet de voeten stevig op de
pedalen en kom voor even naast de achterste twee. Het meisje
fietst buiten, ze is bezig een snoepverpakking te openen. Ik
denk dat het afval van haar gekomen is. 'Ik vroeg me af of je
dat van je ouders leert', vraag ik haar vriendelijk. Ze
giechelt, de jongen naast haar wendt zich af. 'Of was jij het
die het afval van je af gooide?', vraag ik hem. Hij kleurt
rood, het laat hem niet helemaal koud. 'Ik vroeg me af of je
dat van je ouders leert', herhaal ik. 'Ja, dat leer ik van mijn
ouders', repliceert-ie. 'Dan heb ik medelijden met je', zeg ik.
'Ikke niet', zegt hij.
Zwijgen over het geloof?
In de Volkskrant bespreekt Pieter Hilhorst het boek 'Over het
islamisme' van Fouad Laroui. Fouad is kennelijk gelovig, maar
niet godsdienstig. Voortgekomen uit de islam brengt hij
ideeën naar voren die ik bij mezelf, voortgekomen uit het
christendom, herken.
Islamisten maken het geloof banaal en verlagen God daarmee.
Daarom onderscheidt Fouad geloof en godsdienst. Geloof is
individueel. Het is het zoeken van de rusteloze ziel naar het
onnoembare, het onzegbare. Godsdienst heeft betrekking op de
relatie tussen gelovigen en dus op regels en groepsgevoel en
ook op wij tegen zij.
Geloof is belangeloos. Je gelooft niet om een beloning te
krijgen. Fouad bepleit de individualisering van het geloof.
Over zijn eigen geloof schrijft hij niet, dat vindt hij te
persoonlijk. Het ideaal is godsdienstige tolerantie, het je
niet bemoeien met andermans geloof. En over God kunnen we
volgens Fouad maar beter zwijgen.
Fouad's ideeën gaan ook op voor het christendom. In mijn
visie maakt ook het christendom God banaal in de menselijke
beelden die er van het goddelijke gemaakt worden. Ook ik ben
voor individualisering van het geloven. Als mens heb je genoeg
aan wat je persoonlijk aan het goddelijke ervaren kunt. De
stellingname dat je over God maar het beste kunt zwijgen, deel
ik echter niet. Ik ben voorstander van luisteren naar elkaar,
van uitwisseling van wat we als verschillende mensen met
verschillende geloven aan het goddelijke ervaren.
Agressie in de publieke ruimte
Twee medewerkers van de sociale dienst in Zeist zijn door een
bezoeker neergestoken en ernstig gewond geraakt. Dat ondanks
dat het desbetreffende pand is ingericht volgens de laatste
veiligheidseisen. Ik ken dat van mijn vroegere werk als
hulpverlener bij de Riagg. Alles wat bij de balie passeert,
wordt op kleurenvideo vastgelegd en enige tijd bewaard. De
balies in het gebouw zijn verhoogd en veelal van een
openschuifbaar loket voorzien. De secretariële ruimtes
zijn afgesloten met een combinatieslot. Er zijn alarmknoppen,
waarop een aantal buzzers van aanwezige, liefst stevige kerels
zijn aangesloten. Dat alles is in het laatste decennium
opgebouwd. Natuurlijk, voorheen was er ook wel eens agressie,
kreeg ik ook al eens een telefoon naar m'n hoofd geslingerd en
ben ik zelfs een keer (voor korte tijd) buiten westen geslagen.
Ook vroeger hadden we de politie regelmatig in huis, maar het
is allemaal nogal toegenomen. Terwijl het voorheen vooral
psychotici waren die agressief konden worden, zieke mensen dus,
zijn het tegenwoordig steeds meer verslaafden en andere
persoonlijkheidsgestoorden die niet op hun wenken bediend
worden, die de problemen veroorzaken.
Wat is er eigenlijk veranderd? De maatschappij heeft zich
steeds meer geanonimiseerd. De zorg voor elkaar is afgenomen.
Functionarissen zijn zich steeds meer gaan verschuilen achter
hun bureaucratie. De regels gaan immers voor het individuele
belang, hoe zwaarwegend dat ook is? Voor dat persoonlijke
belang is echter geen oor meer, zodat mensen gefrustreerd
raken. Bij sommigen hoeft dat niet lang zo door te gaan, of ze
maken stennis, ze decompenseren zoals dat in vaktaal heet. Het
is nu eenmaal zo dat we in een cultuur leven die in haar
complexiteit steeds sterker tendeert naar het creëren van
afhankelijke en vermijdende persoonlijkheidstypen. Een vleugje
narcisme erbij, wat antisociale tendensen of wat
randpsychotische symptomen en het kwaad is zomaar geschied.
Ik weet niet of de 21-jarige dader in Zeist als ziek moet
worden bestempeld of dat hij thuishoort in de groep chronisch
gefrustreerden. Wel weet ik dat zieken tegenwoordig minder snel
dan vroeger voor behandeling worden opgenomen in een omgeving
met de vereiste structuur. Soms smeken ze zelfs om zo'n opname,
maar kunnen die niet krijgen. Extramuraal is in de psychiatrie
het (voordeliger) toverwoord. Dat dat onvermijdelijk af en toe
tot uitwassen leidt, is evident. Misschien is de dader 'alleen
maar' gefrustreerd, al dan niet chronisch. Is er te lang niet
naar hem geluisterd. Heeft niemand de moeite genomen om zijn
signalen op te vangen en er wat mee te doen. Daar hebben we
immers geen protocollen voor? Hoe lang kan iemand het verdragen
niet gehoord te worden, niet gehoord omdat hij wat hij te
zeggen heeft niet onder woorden weet te brengen en er niemand
de helpende hand toesteekt daarin? Hoe lang houd je het vol als
je je wel weet te uiten, terwijl degenen tegen wie je dat doet
vooral voorwenden debiel te zijn? En dan zijn er natuurlijk nog
de daders die zowel persoonlijkheidsgestoord als ziek zijn, die
onder druk hun impulsen gewoon niet kunnen controleren.
Al met al gaat het om een groeiend probleem, waar we op den
duur niet omheen zullen kunnen zonder naar onszelf te kijken en
naar de maatschappij die we kennelijk willen, maar waar
sommigen steeds meer uit de boot vallen.
Agressie in de publieke ruimte
Opnieuw is ambulancepersoneel geconfronteerd met agressieve
bejegening, waardoor een bewusteloze niet kon worden geholpen.
De ruiten van hun ambulance werden ingeslagen. Getuigen, zo
lees ik in het artikel van Daan van Seventer in de Volkskrant,
hebben zich afgevraagd of alle ophef en het inzetten van zoveel
agressieve politiemensen niet escalerend hebben gewerkt. De
overheid versus de burgers, daar lijkt het hier op.
Natuurlijk, de burgers zullen ook niet vrijuit gaan. Mensen
willen steeds meer op hun wenken bediend worden en daarbij
liefst ook nog zelf aangeven wat er gebeuren moet. We zijn
in ons Nederland kennelijk verwend geraakt.Ik heb het
vermoeden dat dit soort problemen ontstaan onder invloed van
drank of drugs en dat we wat dat betreft met z'n allen veel te
tolerant zijn. Maar ook alle media-aandacht die dit soort
zinloos geweld gebruikelijk krijgt, draagt zeker een steentje
bij in de aanzet tot nieuw geweld.
Is het de overheid erom te doen er te zijn voor de burgers,
heeft ze in de eerste plaats een dienende functie, of is zij
gewoon de baas en heeft de burger niets in te brengen? Mijn
indruk is dat in onze gecompliceerde maatschappij steeds meer
burgers leven met het gevoel niet meer mee te tellen. Het
vertrouwen in de democratische rechtsorde is tanend en burgers
verliezen het vertrouwen in regering zowel als in
volksvertegenwoordiging. Politie en ambulancepersoneel worden
gezien en beoordeeld als overheidsfunctionarissen. Het lijkt me
dat de overheid ook bij zichzelf te rade moet gaan. Ze zou er
moeten zijn voor de burgers en dat gegeven zal consequenties
moeten hebben waar burgers het gevoel ontwikkelen dat het
andersom is, dat zij er zijn voor de overheid. Op
één of andere manier zal de relatie verbeterd
moeten worden, zullen burgers vanuit wat ze aan de overheid
ervaren, moeten gaan beseffen dat juist zij het zijn om wie
alles draait. Ik heb de sterke indruk dat de insteek van de
overheid daartoe op vele punten zal moeten veranderen.
Alfab. index --- Home