7-4-2023: De Wet maatschappelijke ondersteuning helpt mensen met een beperking aan de hulp, ondersteuning en voorzieningen die ze nodig hebben. Wmo hulp kan worden aangevraagd bij de gemeenten. Voorbeelden van hulp en voorzieningen die onder de Wmo vallen zijn: Hulp in het huishouden (opruimen, schoonmaken, ramen zemen), boodschappendienst, maaltijdservice (bijvoorbeeld tafeltje-dekje), organiseren van activiteiten, bijvoorbeeld in een ontmoetingsruimte of buurthuis, maatschappelijke opvang en meldpunten, bijvoorbeeld in het geval van huiselijk geweld, en personenalarmering. Verder komt het erop neer dat je via de Wmo een vergoeding kunt krijgen voor alle ondersteuning in en om het huis, zoals aanpassingen in je woning (o.a. traplift), huishoudelijke hulp en vervoersvoorzieningen. Ook ondersteunt de Wmo zaken als mantelzorg (hulp van familie en vrienden), vrijwilligerswerk en voorlichting.
De gemeente mag geen inkomensgrens stellen voor hulp uit de Wmo. Wel kunnen gemeenten een eigen bijdrage vragen voor voorzieningen en hulpmiddelen. Uw gemeente bepaalt of u voor een voorziening een inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage moet betalen. In de Wmo staat dat het CAK de eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen vaststelt en ook int. Het vermogen tot het toetsbedrag (2023: € 31.340 voor een alleenstaande of € 62.680 voor een stel) telt niet mee voor de eigen bijdrage. Het vermogen boven het toetsbedrag telt wel mee. Vier procent hiervan wordt opgeteld bij het inkomen.
Er komt een aanpassing in de eigen bijdrage voor huishoudelijke hulp via de Wmo, waarbij meer rekening wordt gehouden met de draagkracht van huishoudens. Wie meer dan 185 procent van het sociaal minimum (2023: alleenstaande v.a. 21 jaar € 1.378,95, gehuwd etc. € 1.934,45) verdient, betaalt een hogere eigen bijdrage. Invoering: 1 januari 2025.
31-1-2021: De Wmo is aanspreekbaar voor hulpmiddelen die nodig zijn bij een beperking, denk bijvoorbeeld aan maaltijdservice als tafeltje-dek-je, huishoudelijke hulp, een personenalarmeringssysteem, aanpassingen aan de woning, een traplift, toilet- en badkamervoorzieningen, aanpassingen aan de auto, een rolstoel, een scootmobiel. Het CAK incasseert de eigen bijdragen, net als bij de Wlz. Sinds 2019 wordt bij de Wmo niet meer gekeken naar inkomen en/of vermogen. Wie hulp ontvangt, betaalt (in 2020) maximaal € 19,-- per maand.
Oudere info: De Stichting De Ombudsman maakte onlangs melding van het feit dat driekwart van de 415 Nederlandse gemeenten zich niet houdt aan de wet door een inkomensgrens op toekenning van bijdragen Wet Maatschappelijke Ondersteuning toe te passen. Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten (VWS) liet weten dat haar beleid, dat dit niet toestaat, volstrekt helder is.
De WMO is bedoeld voor inwoners met een beperking. Vanuit die wet kunnen ze in aanmerking komen voor bijvoorbeeld een traplift, andere voorzieningen in huis, een scootmobiel, (regio)taxivervoer of een huishoudelijke hulp. De overheid heeft de uitvoering van deze wet aan de gemeentes uitbesteed.
Het is duidelijk dat veel gemeentelijke budgetten onder druk staan. Veel gemeentes hanteren een inkomensgrens van anderhalf maal de bijstandsnorm. De vraag in hoeverre een inkomensgrens voor toekenning als redelijk kan worden gezien, is echter niet aan de orde. Het mag gewoon niet, zoals ook een besparingsbijdrage toepassen niet is toegestaan! Wel is het zo dat de gemeente een (inkomensafhankelijke) eigen bijdrage mag vragen. Driekwart van de gemeentes formuleert in dezen dus foutief.
Pagina geschreven 12-9-2012, laatst aangevuld 7-4-2023.
Alfab. index --- Home