Shafique Keshavjee is dominee in de gereformeerde kerk. In
zijn boek met bovenstaande titel hebben de drie hoofdpersonen
een raadselachtige droom. Ze organiseren een waarheidstoernooi
met een vertegenwoordiger van elk van de grote
wereldgodsdiensten en een van het atheïsme. Waarover gaat
het als een jood, een christen, een moslim, een hindoe, een
boeddhist en een atheïst het gesprek met elkaar aangaan?
Voor dit verhaal verwijs ik graag naar het boek*).
In de eindsprint van het toernooi wordt van elke
vertegenwoordiger gevraagd in twee woorden de essentie van de
eigen overtuiging weer te geven. Een aantal van die
essentiewoorden zijn zo mooi dat ik ze hier met toelichting
wil aanhalen.
De christen geeft de woorden genade en
solidariteit als de twee longen van het christelijk
geloof. Genade is God, die zich goedgunstig naar elk wezen
buigt om allen in zijn vreugde op te nemen. Solidariteit is
God die zich definitief met de mensheid en met de hele
schepping verbindt om rechtvaardige en liefdevolle relaties te
bevorderen.
De jood kiest de woorden heiligheid en
trouw. God alleen is heilig. Hij is met niemand te
vergelijken. Hij roept ons om nieuwe betrekkingen met hem en
met onze omgeving aan te gaan. Wij moeten zijn naam en ons
bestaan heiligen door daden van liefde, gerechtigheid en
trouw.
De imam noemt de woorden barmhartigheid
en onderwerping. Allah is de barmhartige. Hij heeft het
heelal geschapen en zijn profeten gezonden. Onderwerping staat
voor het teruggeven van ons individuele en sociale leven aan
God, waardoor de wereld haar ware en oorspronkelijke
identiteit
herkrijgt.
De swami geeft de woorden vrijheid en
onsterfelijkheid als essentie voor het hindoeïsme.
In onze verscheurde wereld, die tussen goed en kwaad,
gezondheid en ziekte, liefde en haat heen en weer wordt
getrokken, hunkeren we naar vrijheid. Door meditatie kan ieder
zijn of haar ware zelf ontdekken, boven alle
gedetermineerd-zijn uit. Dit zelf, één met de
hoogste werkelijkheid, is onsterfelijk. Via de ervaring is het
mogelijk bevrijd te worden van alle vormen van dood en toegang
te krijgen tot het onsterfelijke in ons.
De boeddhist kiest voor de woorden
onthechting en mededogen. Uit onwetendheid en
begeerte ondergaan we het lijden, omdat we ons hechten aan wat
onbestendig is. Als we de leegheid van de wereld in en buiten
ons begrijpen, onthechten we ons ervan. Door mededogen
trachten we de weg van de bevrijding aan alle wezens te leren,
totdat het lijden verdwijnt.
*) Shafique Keshavjee, De koning, de wijze en de
nar
Gert Hardeman
Pagina laatst bijgewerkt 9 maart 1999.