Ik lees 'Brandend verlangen' van Wim Jansen. Het hoofdstuk heet 'Het vreemde dat jou uit jezelf vandaan roept'. Mijn herkenning, overigens niet alleen in dit hoofdstuk, is groot. De woorden raken me geregeld tot tranen toe.
Ik lees: Ik vrees dat die houding, die neiging om jezelf op te sluiten in je veilige omgeving, het gros van de mensen kenmerkt. Alles wat anders is, blijft angst inboezemen. Terwijl onze wereld het juist nu nodig heeft om geconfronteerd te worden met het vreemde en de vreemdeling. Die confrontatie zet een mens pas echt in de ruimte. Een mens wordt een completer mens als hij uit zichzelf vandaan geroepen wordt.
Wat komt dit dichtbij hoe ik het altijd ervaren heb. Ik ben in gezin en familie waaruit ik ben voortgekomen qua geloofsbeleving een vreemde eend in de bijt geworden. Ik heb geleerd me stil te houden, omdat ik sterk het gevoel heb de meeste anderen bepaald geen plezier te doen met me uit te laten over mijn geloof en godsbesef. Daar wordt dan ook niet open naar gevraagd, ook niet waar duidelijk moet zijn dat ik hierin geheel anders ben komen te staan. Ik voel het als een voor dit deel buitengesloten zijn. Dat voelt soms eenzaam.
Ik lees door. Het gaat over het grondpatroon van het joodse en daarmee het christelijke geloof en de ervaring daarin van weggeroepen te worden. Het verhaal van Abram, die uit zijn land geroepen wordt naar de onzekerheid van het land dat hem gewezen zal worden. Naar buiten geroepen, een vreemdeling geworden. Weg uit de status quo. Geroepen in het persoonlijke proces.
Pagina geschreven 26-6-2025