Portemonnee

Er zijn mensen die bijna van nature neigen tot goede daden. Sommige anderen zijn vooral bezig in het kwaad. Ieder heeft een persoonlijke weg afgelegd met daarop reeksen keuzes, die zomaar ook steeds in elkaars verlengde lagen. Goed kon zo beter worden; kwaad kon slechter worden. We leven in een wereld die materieel bezit hoogacht. De hang daarnaar gaat vaak gepaard met hebzucht en eigenbelang. Anderen zijn meer geneigd te geven en te delen en ontlenen daar soms zelfs hun levensdoel aan.

Mijn persoonlijke ervaring werd dat het juist mijn slechte keuzes waren die me hielpen te leren kiezen voor het goede. Ik voelde en voel mijn schuld en besef hier en daar dat wat geweest is ook niet meer is goed te maken. Ik wilde lessen trekken uit mijn ervaring. En ik omarm die lessen inclusief het bijbehorende kwaad. Maar misschien spreekt het geweten niet bij ieder op dezelfde manier en in dezelfde mate. Toch is waar het in mijn ogen op aankomt dat we als mens ons eigen kwaad onder ogen leren zien, dat we het zelfs als leermeester leren omarmen. Er zijn geen goede mensen die nooit kwaad gedaan hebben. Er zijn wel mensen die kwade daden doen en daar in hun gevoel geen ruimte aan bieden. Noem het dat zij vechten tegen het kwaad. Zo'n gevecht wordt gemakkelijk een langdurig gevecht en het zou beter zijn het te staken en het eigen kwaad als levensles te aanvaarden en te omarmen. Een verwrongen zelfbeeld helpt niet om een goed mens te worden. Opgekropte gevoelens laten weinig ruimte aan goede daden. Als het kwade ruimte krijgt, kan het, hoezeer dat ook pijn kan doen, zich ontwikkelen tot goede keuzes.

Of het kwaad dan verdwijnt? Nee, dat denk ik niet. In gedrag is er dan wel ruimte om anders te kiezen. En mensen hebben ook nog hun fantasie, waarin het persoonlijke kwaad altijd een uitweg vinden kan zonder dat er een ander door benadeeld wordt. Die uitweg is het die ruimte schept om boven het eigen kwaad uit te stijgen.

Als het geweten ruimte wordt geboden en als de schuld er mag zijn, kan het anders. Ik moet denken aan toen mijn blinde vader in het verzorgingshuis kwam. Zijn portemonnee met wat geld en zijn id-kaart verdween uit zijn kast en hij wilde alsmaar weer zoeken. Als kinderen zochten we allemaal mee. Toen er al een nieuwe id-kaart was aangeschaft, lag op een dag de portemonnee met inhoud zomaar weer op z'n plek. Ik concludeerde dat iemand een les had geleerd. En dat is altijd goed.


- - -

Pagina geschreven 21-3-2021.