Moeilijk te lokaliseren in de tijd, maar in mijn lagereschooltijd. Onze overbuurman twee huizen verderop had een zand- en grindhandel. 's Morgens zaten we met mijn moeder onder de lamp aan het ontbijt. Een vrachtauto loste een lading grind. Een schurend geluid. 'Stil eens', zei mijn moeder, 'ik geloof dat de wereld vergaat.' Het doet me denken aan de kinderbijbel die we voorgelezen kregen, van Vreugdenhil, de eerste druk. Menig hoofdstuk eindigde met een waarschuwing voor op de levensweg. Waar het fout ging in de verhalen, waren de laatste woorden zo maar: 'Had, had ... te laat!' Het voor eeuwig verloren kunnen zijn, was er altijd bij.
- -